De Maine Coon

Vroegste katten
Zo’n honderd jaar geleden begonnen kattenliefhebbers in de USA hun dieren tentoon te stellen en ermee te fokken. Dit fenomeen was min of meer overgewaaid uit Engeland. Veel welgestelde families aan de Oostkust waren van Engelse afstamming, en de meesten bleven via luxe schepen contact houden met hun familieleden en vrienden. Er kwamen veel Engelse jongedames op Amerikaanse bals, waar ze een echtgenoot vonden. Met het verhuizen van de bruidsschat kwamen er vaak ook raskatten per schip mee. De meeste raskatten waren langharen, van het ras dat vandaag de dag Pers heet. Maar daarnaast had men aan de oostkust van de USA zelf al mooie langharige huiskatten. Zij deden in schoonheid niet onder voor de toenmalige Perzen uit Engeland, die nog lang niet zo kortneuzig waren als tegenwoordig. Deze lokale langharen werden de Maine Cats of Maine Coons genoemd.
De oorsprong van de Maine Coon-kat
De oorsprong van die Maine Coon-katten is niet echt goed gedocumenteerd. We weten alleen uit scheepsinventarissen dat er al honderden jaren, vanaf de vroegste Europese kolonisaties, katten uit Europa naar de USA meegenomen werden. Ongeveer 10 % van de Engelse huiskatten is langharig, maar in de streek waar de Maine Coon vandaan komt, is het percentage hoger. Dat hogere percentage is mogelijk te verklaarbaar door het vrij koude winterse klimaat in Vermont en Maine, waardoor langharen die uit Engeland meegenomen waren daar beter bestand tegen waren dan kortharige katten. Daarbij komt dat de meeste mensen langharige katten chiquer en mooier vinden dan kortharige katten; mogelijk zijn er dan ook relatief meer langharige dan kortharige katten meegenomen, of kregen ze een betere verzorging.
Rasnaam
De naam Maine Coon kent twee verklaringen. Bekend is het sprookje dat de kat met zijn – vaak geringde – staart een kruising zou zijn tussen een kat en een wasbeer (Eng.: “raccoon”). Inmiddels weten we echter dat dit genetisch onmogelijk is. Een ander verhaal waarin de rasnaam wordt verklaard, is dat over een Engelse kattenminnende scheepskapitein, Coon geheten. Deze kapitein zeilde op Nieuw Engeland en had langharige katten aan boord. Als hij aan wal ging, gingen zijn katten met hem mee: sommige keerden nooit terug op het schip. Toen er in nestjes in de Amerikaanse staat Maine langharige kittens verschenen, zeiden de eigenaren daarvan dat “Coon-katten” waren, nazaten van de katten van kapitein Coon.

Rasstandaard
De rasstandaard van de Maine Coon is wereldwijd vrijwel indentiek gebleven bij de overkoepelende organisaties. De standaard waarvan de meeste zijn afgeleid is de Amerikaanse SFA-Standaard. De Maine Coon reflecteert een natuurlijk ras. Dit betekend dat er bij de Maine Coon geen raskruisingen met andere rassen zijn toegestaan. Tevens houdt dit in dat kleuren en / of patronen die niet bij het ras horen, niet zijn toegelaten.
Algemeen
De Maine Coon is van origine een boerenkat en daarom stevig gebouwd, stoer en kan hij tegen een ruig klimaat. Een apart kenerk is de gladde ruige vacht. Het dier is goed van verhoudingen en heeft een uitgebalanceerde lichaamsbouw. De Maine Coon bezit een vriendelijk karakter en kan zich makkelijk aanpassen aan veel verschillende omstandigheden en omgevingen.
Kop
Karakteristiek is de middelmatig wijde kop en een vierkante voorsnoet. De neus is gemiddeld van lengte en licht concaaf van vorm wanneer men van voren kijkt. De oren zijn groot, wijd aan de basis, met goede binnenbeharing. Ze lopen uit tot een vrij puntig aandoende top. De plaatsing is aan de basis ongeveer één oorbreedte apart en ze waaieren niet uit. De ogen zijn groot en expressief en staan wijd uiteen. ze zijn licht scheef ingezet met een buitenhoek die in de richting van het oor wijst.
Lichaam
De Maine coon heeft een gespierd lichaam met een brede borstkas. Het formaat is gemiddeld tot groot. Poezen zijn over het algemeen iets kleiner dan katers. Het lichaam is lang met alle onderdelen in harmonieuze verhouding om een goed uitgebalanceerd rechthoekig beeld te geven. Maine coons ontwikkelen zich langzaam in tijd. De poten zijn stevig en staan wijd uiteen, zijn van gemiddelde lengte en passend bij het lichaam. De voeten zijn groot, rond en voorzien van haarpluimpjes. De staart is lang, met een stevige aanzet en geleidelijk dunner uitlopend naar het einde. De staartbeharing is lang en vloeiend.
Vacht
De vacht is zwaar en ruig van structuur. Hij is korter op de schouderpartij en langer op de buik en achterkant. Een kraag rond de nek is wenselijk. De textuur is zijdeachtig en de vacht valt sluik. een vacht die te kort is, of overal even lang, is fout.
